effect van negatieve systeemwerking op afvoeren en waterstanden op de IJssel : verkenning van negatieve systeemwerking dijkring 48, Rijn- en IJssel

In 2017 zijn normen voor de primaire waterkeringen vastgelegd in de Waterwet. In 2050 moeten alle keringen aan deze nieuwe normen voldoen. Bij het bepalen van de dijkversterkingsopgave wordt er tot op heden voor de dijken langs de IJssel uitgegaan van de beleidsmatige afvoerverdeling (16.000 m3/s bij Lobith). Door een dijkdoorbraak zou er vanuit de Bovenrijn of de Duitse Niederrhein via het achterland water richting de IJssel kunnen stromen wat mogelijkerwijs leidt tot een verhoogde IJsselafvoer en dus een extra belasting op de dijken. Dit fenomeen wordt negatieve systeemwerking genoemd. In deze studie is gefocust op de effecten van negatieve systeemwerking ten gevolge van dijkdoorbraken van de noordelijke dijk van de Bovenrijn of Niederrhein van dijkring 48. Bij zo’n doorbraak kan er via dijkring 48 water naar de IJssel stromen. Om dit effect te onderzoeken is gebruik gemaakt van drie scenario’s die verschillen in grootte van de afvoergolf en startmoment van de bresgroei. Deze studie laat zien dat met de gebruikte modelconfiguratie en scenario’s er geen directe reden is om negatieve systeemwerking mee te nemen in de belasting die gebruikt wordt voor de beoordeling en het ontwerp van de IJsseldijken. Het is aan te bevelen om in een vervolganalyse ook andere breslocaties te beschouwen zodat meer inzicht ontstaat in de effecten van negatieve systeemwerking bij doorbraken elders in de dijkring, bijvoorbeeld meer benedenstrooms.