Milieueffecten van grootschalige grondberging : chemisch-hydrologische modelstudie naar de verondieping van een zandwinplas in de Schelleren Oldeneler Buitenwaarden langs de rivier IJssel
Author(s) |
J.P.M. Vink
|
W.J. de Lange
Publication type | Report Deltares
In het programma Ruimte voor de Rivier vindt langs het noordelijk deel van de rivier IJssel een herinrichting plaats van de Scheller en Oldeneler Buitenwaarden (SOB) en de uiterwaarden ter hoogte van Westenholte (WH). Deze herinrichting bestaat uit het aanleggen van een nevengeul met meerdere strangen, waarbij de bestaande zandwinplas opnieuw wordt verondiept en ingericht. Door verschillende oorzaken is er mogelijk onvoldoende gebiedseigen anoxische grond beschikbaar voor de vergunde verondieping van de zandwinput. Daarom zijn scenario’s opgesteld om dit tekort op te vangen via het aanvullend gebruik van gebiedseigen oxische grond. Het doel van deze studie is om kwantitatief vast te stellen hoe deze verschillende scenario’s het grondwater beïnvloeden, met inachtname van nabij gelegen drinkwateronttrekkingspunten van Vitens. De uitgangspunten en methoden van een eerder onderzoek uit 2009 zijn op een aantal onderdelen sterkt gewijzigd, met name door nieuwere hydrologische inzichten rondom de lokale verdunningsfactoren en het gebruik van een op redoxcondities toegespitst chemisch modelinstrumentarium. De samenstelling van de voorgenomen vulgrond is gewijzigd, en ook de kwaliteit van invoergegevens is aanmerkelijk verbeterd; er zijn gerichte metingen uitgevoerd naar bodemsamenstelling en –kwaliteit, en er zijn aanvullende extracties uitgevoerd voor de bepaling van opgeloste fasen die dienen als invoer voor het chemisch rekenmodel. De focus ligt op zware metalen en arseen vanwege de grote invloed van veranderende redoxcondities op de beschikbaarheid en mogelijke emissies. Voor het berekenen van concentraties in het grondwater zijn de hydrologische en chemische berekeningen gekoppeld. Er zijn verdunningsfactoren
berekend die zijn gebruikt bij het bepalen van concentraties aan verontreinigende stoffen in het tracé van zandwinplas tot aan de drinkwateronttrekkingspunten. Hoewel verdunningsfactoren sterk verschillen per scenario, en arseen in het poriewater van de grond van de zandwinplas sterk verhoogde concentraties kan opleveren, leidt dit in geen van de scenario’s tot normoverschrijding van zware metalen en arseen in het diepe grondwater bij de wateronttrekkingspunten. Mede vanwege de verhoogde natuurlijke achtergrondwaarden van arseen in de regio lijkt de invloed van de verondieping van de zandwinplas op de kwaliteit van het diepe grondwater zeer beperkt.