Ontwikkeling diepe vooroever Nederlandse kust
Author(s) |
A.J.F. van der Spek
Publication type | Report Deltares
De doelstelling van het onderdeel Diepe Vooroever van project Zandige Kust is (i) inzicht verwerven in de opbouw en morfologische ontwikkeling van de diepe vooroever, (ii) het nader onderzoeken van de verdieping van de diepe vooroever en de onderliggende oorzaken, en (iii) het toetsen van de centrale hypothese die stelt dat er als gevolg van de sterke piek- en residuele stromingen langs het westelijk deel van de Waddenkust, in combinatie met de verandering in oriëntatie van de kust, tussen Callantsoog en het Zeegat van het Vlie zand uit de kustzone afgevoerd wordt.
Sedimentvolumebalans
Uit de opgestelde sedimentvolumebalans blijkt dat de diepe vooroevers van nagenoeg alle kustvakken sediment verliezen. Het totale volumeverlies bedraagt 16 miljoen kubieke meter per jaar. De grootste volumeafnames vinden plaats bij de westelijke Waddenkust en de monding van het Eems estuarium.
Op basis van de volumeveranderingen van de diepe vooroever en onder de aanname van gelijke zeewaartse en kustlangse transporten wordt een totaal zeewaarts ‘verlies’ van 12 miljoen kubieke meter per jaar berekend. De grootste verliezen treden op bij de westelijke Waddenkust: van noordelijk Noord-Holland tot aan Terschelling. De conclusie dat er op jaarbasis een zeewaarts transport van ca. 12 miljoen kubieke meter moet optreden is een nieuw inzicht.
Eindconclusie
De sedimentvolumebalans van de diepe vooroever bevestigt de grote volumeafname langs de westelijke Waddenkust. De diepe vooroevers van de buitendelta’s van de Zeegaten van Texel en het Vlie verdiepen het sterkst. De analyse van waterbeweging en sedimenttransport bij de westelijke Waddenkust onderbouwt het beeld van zeewaartse transporten over de 20m-dieptecontour in dit gebied. De relatief grote dikte van het actieve zandpakket op de zeebodem buiten de 20m-dieptecontour bij Texel en Vlieland past in het beeld van zeewaartse zandverliezen langs dit deel van de Waddenkust. Hiermee is de hypothese van aanzienlijke zeewaartse zandverliezen bij de westelijke Waddenzee verder onderbouwd en kan voorlopig gehandhaafd kan blijven.