Rapportage Basisprognoses Waterkwaliteit 2019 : toepassing van het Landelijk WaterKwaliteitsModel: status tussenrapportage
Author(s) |
S. Loos
|
L.V. Renaud
|
P. Groenendijk
|
P. Cleij
|
A.M.A. van der Linden
|
F.J.E. van der Bolt
|
T. Kroon
Publication type | Report Deltares
Het recent ontwikkelde Landelijk Waterkwaliteitsmodel (Bolt et al., 2020) is toegepast in het kader van het Nationaal Water Model om de basisprognoses door te rekenen voor Nitraat, fosfaat en ecologie. In de basisprognose zijn naast het vastgesteld beleid ook landbouwkundige ontwikkelingen verdisconteerd. Het in de basisprognose verwerkt beleid bestaat uit de maatregelen van het 6e Nitraat Actie Programma 2018-2021 en de maatregelen van de Deelstroomgebiedsbeheerplannen 2016-2021. Voor de landbouwkundige ontwikkeling is gebruik gemaakt van inzichten uit andere beleidsverkenningen.
Voor N-totaal en P-totaal wordt voor de basisprognose een verbetering ten opzichte van de referentie (2015) berekend ten gevolge van de maatregelen uit het vastgestelde beleid. Voor N-totaal zien we in 2021 een kleine verbetering in het aantal waterlichamen in de klasse ‘goed’ t.o.v. 2015 (van 44% naar 53%) ten koste van de klassen, ‘matig’, ‘ontoereikend’ en ‘slecht’. Als we kijken naar de onderverdeling in Rijkswateren en regionale wateren zien we dat deze toename in klasse ‘goed’ zowel plaats vindt in de regionale wateren (van 45% naar 53%) als de Rijkswateren (van 33% naar 44%). Voor N-totaal in 2027 zijn alleen kleine verschillen zichtbaar t.o.v. 2021 (minder dan 1%). Voor P-totaal zien we voor beide zichtjaren een minder grote verbetering in KRW-klasse t.o.v. de referentiesituatie dan voor stikstof (% klasse ‘goed’ van 49% naar 55%). De Rijkswateren tonen een iets grotere verbetering voor zichtjaar 2021 (van 59% naar 71%) dan de regionale wateren (van 48% naar 54%). Het verschil tussen de zichtjaren 2021 en 2027 is zeer gering of vertoont (onverwachts) zelfs een kleine verslechtering voor de Rijkswateren voor 2027 t.o.v. 2021.
Voor de biologische toestand van de waterlichamen laten de berekende EKR’s een verbetering zien ten opzichte van de referentie. Deze verbetering is voor fytoplankton het grootst met een significante verbetering in de KRW klasse ‘goed’ naar bijna 60% (toename van ruim 15%), gevolgd door vissen en macrofauna. Ook voor waterflora is een kleine verbetering zichtbaar. Tussen de prognoses voor 2021 en 2027 is de verandering in EKR’s vrijwel verwaarloosbaar, ondanks dat de trend in N en P concentraties wel degelijk een (geringe) afname laten zien als gevolg van de extra maatregelen.