Slibdynamiek Marker Wadden : invloed op Markermeer
Author(s) |
J.L.J. Hanssen
|
M. Genseberger
|
B.P. Smits
Publication type | Report Deltares
De aanleg van de Marker Wadden beïnvloedt via luwtewerking en sedimentatie van slib de slibdynamiek in het Markermeer. De verwachting is dat hierdoor meer slib wordt ingevangen, en er minder slib wordt opgewerveld, waardoor de troebelheid lokaal afneemt. De vraag is hoe groot deze afname is en hoe groot het gebied is waarin deze afname optreedt. In dit rapport worden het sedimenttransport en de sedimentatie in het Markermeer als gevolg van de Marker Wadden, de slibgeul en zandwinputten gekwantificeerd door middel van een model en vergeleken met metingen in het Markermeer in het jaar 2020. Hiermee worden de twee hoofdvragen beantwoord, namelijk:
1. Hoe snel wordt slib ingevangen in de slibgeul en hoe kan dit worden benut?
2. Hoeveel slib wordt afgezet in de luwte van Marker Wadden en wat is de invloed van de slibonttrekking in de luwte, slibgeul en zandwinputten op de slibdynamiek in het Markermeer?
De combinatie van meten en modelleren is hiervoor noodzakelijk omdat de slibdynamiek sterk variabel is afhankelijk van de windsnelheid en -richting en de historie hiervan. Om het effect van Marker Wadden hieruit af te leiden zou er op veel plaatsen langdurig moeten worden gemeten. Dit was praktisch niet haalbaar en daarom is de effectanalyse mede gebaseerd op een slibmodel van het Markermeer waarin de aanwezigheid van Marker Wadden en winputten kan worden aan- en uitgezet bij verder identieke omstandigheden.
Uit deze analyse blijkt dat de meeste extra invang van slib plaatsvindt in de winputten en hiernaast ook in de luwte achter Marker Wadden en in mindere mate in de slibgeul. Volgens het model wordt ca. 100 kton per jaar ingevangen, volgens waarnemingen is dit wellicht zelfs ruim het dubbele. Dit slib is afkomstig uit de bodem elders in het Markermeer, met name ten zuidwesten, zuiden en zuidoosten van Marker Wadden. Deze getallen omtrent netto sedimentatie zijn onzeker gegeven beperkingen van het model, de ruimtelijke dekking van de dichtheidsmetingen van de afzettingen en van de resolutie van de bodempeilingen. Op de schaal van het Markermeer leidt deze extra invang van slib en luwtewerking tot een beperkte verlaging van de slibconcentratie (enkele mg/l), maar binnen een straal van ca. 5 km rondom Marker Wadden is de concentratieverlaging aanzienlijk (gemiddeld 3 – 10 mg/l). Dit effect is sterk afhankelijk van de optredende windsnelheid en -richting en daarmee seizoensafhankelijk, waarbij het effect van de Marker Wadden het grootste is in de winter wanneer het harder waait. Tegenover deze concentratieverlaging na aanleg staat een tijdelijke en plaatselijke concentratieverhoging tijdens aanleg. Op remote sensing beelden zijn tijdens aanleg af en toe slibpluimen zichtbaar die niet verklaard kunnen worden door de dan opgetreden windaandrijving. Vermoedelijk zijn deze gerelateerd aan aanlegwerkzaamheden.