Zand en zee in balans : technisch eindrapport Zandige Kust : synthese
Author(s) |
M.D. Taal
|
E.P.L. Elias
|
B.J.A. Huisman
|
A.J.F. van der Spek
|
E. Quataert
|
N.P. Vermeer
|
Z.B. Wang
Publication type | Report Deltares
Dit rapport, opgesteld in het kader van het RWS-onderzoeksprogramma “Zandige Kust”, presenteert kennis voor de uitwerking van de huidige strategie van het handhaven van de kustlijn voor de komende 15 jaar. Drie cruciale elementen in deze strategie zijn: (i) meewerken met de natuur, (ii) handhaven van de kustlijn met de BasisKustLijn (BKL) als referentie, en (iii) zorgdragen voor de sedimentbalans op lange termijn. Het rapport richt zich op het bepalen van de gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid suppleties voor de Nederlandse kust als geheel en voor afzonderlijke delen.
De theoretische jaarlijkse behoefte aan suppleties is gebaseerd op het principe dat elk kustdeel voldoende gesuppleerd moet worden om de zeespiegelstijging en het netto transport uit het gebied te compenseren. Deze berekeningen zijn uitgevoerd volgens de aannames van Kustgenese 2.0 en het concept van de actieve zone. De theoretische behoefte is vastgesteld voor deelsystemen zoals de Deltakust, Hollandse Kust en Waddenkust, evenals voor verschillende actieve zones. Het rapport geeft ook een overzicht van de historische suppletiebehoefte.
De analyses tonen aan dat de belangrijkste bijdrage aan de sedimentbehoefte momenteel de netto transporten zijn. Langs de Deltakust en Hollandse kust wordt de nood aan suppleties grotendeels bepaald door de ligging van de BasisKustLijn, wat soms leidt tot netto uitbouw van de kust op hoger schaalniveau, terwijl lokaal suppleties nodig blijven. Langs de Waddenkust domineren de netto transporten, voornamelijk door zand dat naar de Waddenzee gaat.