Vervangen of renoveren?

Door veranderende omstandigheden, zoals zwaardere schepen en klimaatverandering, neemt de druk op deze ‘natte kunstwerken’ toe. Veel van onze natte kunstwerken zijn gebouwd halverwege de 20e eeuw. Rond 2030 naderen zij het einde van hun technische levensduur. Beheerders bereiden zich voor op dit ‘eindelevensduurmoment’ en staan voor toekomstgerichte keuzes: vervangen of renoveren, in z’n geheel of in onderdelen, zijn er andere opties en hoe weeg ik opties tegen elkaar af? Dit is de zogenoemde VenR-opgave, de vervangings-en-renovatieopgave.

Onderbouwde beslissingen

Het KpNK helpt beheerders en beleidsmakers bij het maken van goed onderbouwde beslissingen over het renoveren of vervangen van deze waterwerken. Met wetenschappelijke bijdragen en innovatief onderzoek stelt het programma beheerders in staat om weloverwogen keuzes te maken die niet alleen economisch verantwoord zijn, maar ook bijdragen aan een veilige en toekomstbestendige waterinfrastructuur.

Kennisontwikkeling voor uitdagingen van nu

Deltares werkt binnen het KpNK samen met MARIN, TNO en Rijkswaterstaat om kennis te ontwikkelen die aansluit bij de uitdagingen van nu, zoals de effecten van grotere schepen, veranderende klimaatomstandigheden en nieuwe voorspellingsmethoden.

Kenniscommunity

Samen bouwen we aan een Kennisbank en een kenniscommunity, waarin waardevolle onderzoeksresultaten, praktijkervaringen en kennisdeling centraal staan. Via workshops, webinars en symposia biedt het KpNK een platform voor alle betrokkenen, van beheerders tot uitvoerders, en helpt het hen om tot transparante en verantwoorde keuzes te komen.

Ook andere partijen, zoals waterschappen, adviesbureaus en (commerciële) organisaties zijn uitdrukkelijk uitgenodigd bij te dragen aan uitvoering van onderzoek. De community is daarmee bedoeld voor alle betrokkenen: beheerders, beleidsmakers, adviseurs, uitvoerders en kennisontwikkelaars.

Kennisbijdragen

Belangrijke kennisbijdragen gaan bijvoorbeeld over:

  • Degradatie van damwanden en bijbehorende ankerstangen. Praktijkonderzoek naar verloop en diepte van corrosie heeft geleid tot betere modellering en voorspelling van de eindelevensduurmomenten. Bovendien leidt dit onderzoek mogelijk tot toekomstige aanpassing van de normering. Het materiaal voor dit praktijkonderzoek is verkregen door goede samenwerking tussen de onderzoekers, de beheerders en aannemers bij de sloop van een sluis
  • Zoutindringing bij sluizen op de grens van zout en zoet water. Ontwikkeling van het zouttransportmodel en de Zeesluisformulering heeft geleid tot kwantificering van het zoutgehalte direct achter de sluis en op grotere afstand daarvan. Het geeft daarmee inzicht in de verzilting van de binnenwateren.
  • Aanvaarrisico’s. Schepen worden groter, hebben zwaardere motoren en dat heeft invloed op aanvaarrisico’s met bruggen, sluizen, damwanden en kades. Grote schepen hebben tegenwoordig verplicht een Automatisch Identificatiesysteem (AIS). De data hieruit kan ook nuttig zijn bij het inschatten van de kans op aanvaringen met objecten in een vaarweg. Het onderzoek dat we hiernaar gedaan hebben heeft een protocolbeschrijving opgeleverd voor de omgang met AIS-data: wat zijn valkuilen, wat doe je wel en wat niet? Daarnaast is een begin gemaakt met onderzoek naar methoden om te voorspellen wat de schade (impact) zal zijn van aanvaringen met objecten in de vaarweg.


Samen ontwikkelen we de kennis die nodig is om onze natte kunstwerken duurzaam te beheren, nu en in de toekomst. Zie ook: www.nattekunstwerkenvandetoekomst.nl

Deze pagina delen.