Abiotische effecten baggeren en verspreiden in de Waddenzee : voorbereidende studie voor het opstellen van het tweede Natura2000 beheerplan Waddenzee
Auteur(s) |
L. de Wit
|
B.T. Grasmeijer
|
T. van Kessel
|
N.A. Dees
|
C.H. Meijers
|
E. Quataert
Publicatie type | Rapport Deltares
De vaargeulen in de Waddenzee zijn van cruciaal belang voor de toegankelijkheid van de (veer-)havens in het waddengebied en de eilanden. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de bagger- en verspreidingswerkzaamheden in de Waddenzee om de vaarwegen op de vereiste breedte en diepte te houden. Daarnaast worden veel havens in de Waddenzee gebaggerd door lokale beheerders. Deze bagger- en verspreidingswerkzaamheden hebben invloed op het (eco)systeem van de Waddenzee, een Natura 2000 gebied met een unieke natuurwaarde. Om de impact op de beschermde habitats en soorten te beperken zijn voorwaarden opgenomen in het Natura 2000-Beheerplan Waddenzee waaronder vergunningsvrij gebaggerd en verspreid kan worden. De evaluatie van het eerste beheerplan en de toegenomen kennis over de effecten van baggeren en verspreiden geven aanleiding om deze impact beter in beeld te brengen met het oog op het N2000-Beheerplan van de Waddenzee voor 2028 - 2033. Het voorliggende rapport is voorbereidend werk voor het opstellen van een activiteitentoets horend bij de actualisatie van het Natura 2000 beheerplan t.a.v. de activiteit baggeren en verspreiden. Het beoogt een overzicht te geven van de effecten van baggeren en verspreiden op meerdere niveaus (individuele geulen, kombergingsgebied en de gehele Waddenzee). Tevens komt het tegemoet aan de vraag om, op basis van de abiotische kennis en inzichten, aanbevelingen te doen voor optimalisatie van de baggerstrategie en voor kaderstellende voorwaarden die in het geactualiseerde N2000 beheerplan terecht kunnen komen. Voor elk schaalniveau geeft dit rapport een overzicht van (1) de belangrijkste morfologische ontwikkelingen en trends, (2) de baggercijfers en trends, (3) de baggerinspanning uitgewerkt naar ruimte, tijd, methode en sedimentsamenstelling en, (4) de potentiële abiotische impact van het baggeren. Dit alles is samengevoegd in een synthese om te beoordelen hoe groot de abiotische beïnvloeding is en welke mogelijkheden er zijn om deze te verminderen.