Afleiden van frequentielijnen voor de Vecht : voor de klimaatscenario’s 2050W+ en 2100W+
Auteur(s) |
H.F.P. van den Boogaard
|
L.J.E. Bouaziz
Publicatie type | Rapport Deltares
Op basis van met GRADE berekende extreme afvoeren van de Lippe zijn frequentieanalyses uitgevoerd van extreme Vecht-afvoeren. Voor het vertalen van de afvoer extremen van de Lippe naar die van de Vecht is een systeemrelatie gebruikt. Die systeemrelatie is gekalibreerd op overeenkomstige jaarmaxima van Vecht en Lippe. Voor de Vecht zijn die afvoerjaarmaxima via een QH-relatie afgeleid voor een historische periode waarop waterhoogten van de Vecht beschikbaar waren. Voor de Lippe zijn voor dezelfde tijdsperiode de afvoerextremen berekend met GRADE. Via een regressie werd de relatie tussen de overeenkomstige ('gemeten') Vecht en (GRADE) Lippe jaarmaxima vastgesteld. Met GRADE gegenereerde afvoerreeksen van de Lippe met een lengte van 50.000 jaar zijn daarna met die systeemrelatie omgezet naar afvoerreeksen voor de Vecht. Dat is in drievoud gedaan: voor afvoerreeksen van de Lippe die het huidige klimaat representeren, alsmede voor de twee klimaatscenario's 2050W+ en 2100W+. Omdat de in WBI2017 gehanteerde werklijn voor de Vecht als referentie dient bij het vaststellen van de effecten van die klimaatscenario's heeft een herijking van de Vecht reeksen plaatsgevonden. Op de dan gevonden reeksen zijn frequentieanalyses uitgevoerd en kunnen de effecten van de klimaatscenario's worden vastgesteld. Die frequentieanalyses voor de klimaatscenario's zijn op hun beurt weer in tweevoud uitgevoerd, namelijk voor de situatie dat er nièt, en dat er wèl, rekening wordt gehouden met overstromingen in het bovenstroomse stroomgebied van de Vecht.