Bodemschuifspanning Gemeenschappelijke Maas : duiding op basis van modelberekeningen en veldmetingen
Auteur(s) |
E. van der Deijl
|
W. Ottevanger
Publicatie type | Rapport Deltares
In juli 2021 is er uitzonderlijk hoogwater geweest in de Maas, waardoor veel schade is ontstaan. Naast de materiële schade is er ook veel erosie en sedimentatie geweest. Lokaal zijn erosiekuilen ontstaan tot meer dan 10 m diep. Langs veel trajecten zijn oevers geërodeerd, en er zijn grote zandafzettingen geweest. De verplaatste volumes worden nog in kaart gebracht maar deze lijken een veelvoud van de veel geciteerde jaarvrachten te zijn. Dit lijkt erop te wijzen dat er een kennisleemte is met betrekking tot het sedimenttransport langs de Maas. Rijkswaterstaat heeft als onderdeel van het Interreg-project EMFloodResilience Deltares gevraagd de (kritische) bodemschuifspanning in de Gemeenschappelijke Maas te inventariseren op basis van reeds beschikbare modelresultaten, eerdere analyses, en de recente veldmetingen van bodemsamenstelling uit 2023. Het voorliggende rapport beschrijft de bodemschuifspanningen in de Gemeenschappelijke Maas afkomstig uit stationaire D-HYDRO-berekeningen met Borgharen-afvoeren 250 m3/s, 750 m3/s, 1300 m3/s, 2100 m3/s, 3200 m3/s. Daarnaast is ook de maximale bodemschuifspanning uit een berekening van het hoogwater in juli 2021 opgenomen in de analyse. Metingen van de bodemsamenstelling zijn langs vijf zones (links van, rondom en rechts van de rivieras, winterbed links en rechts) geïnterpoleerd langs trajecten van 10 km, om zodoende de geometrisch gemiddelde korreldiameter af te leiden. Deze korreldiameter is vervolgens gebruikt om de kritische bodemschuifspanning af te leiden. Bij vergelijking van de bodemschuifspanning in het zomerbed per afvoerniveau met de kritische bodemschuifspanning is te zien dat bij een afvoer tussen 250 m3/s en 750 m3/s een deel van het bodemmateriaal mobiel wordt. Enkele locaties (meestal rondom nevengeulen, plassen zoals bij Geulle aan de Maas, Meers, Koeweide) vertonen geen maximale bodemschuifspanning die boven de kritische bodemschuifspanning uit komt. Dit wordt veroorzaakt door de stroming die bij hogere afvoeren meer via het winterbed stroomt. Lokale verschillen tussen de bodemschuifspanning links en rechts van de rivieras treden ook op. Daarnaast is er ook voor het traject waarin de korrelsamenstelling is gemeten een overzicht gemaakt van de bodemveranderingen naar aanleiding van het hoogwater 2021 en is een vergelijking met de langsverandering in bodemschuifspanningen gemaakt.