Effect bodemligging op verzilting Nieuwe Waterweg, Nieuwe Maas en Lek ten behoeve van de Basisrivierbodemligging (BRL)
Auteur(s) |
S.C. Laan
|
Y. Huismans
|
S. Rodrigo
|
L. Leummens
|
W.M. Kranenburg
Publicatie type | Rapport Deltares
Het riviersysteem vervult verschillende functies, zoals water afvoeren, het dienen als vaarweg en ruimte geven voor natuur. Ook zoetwatervoorziening is een belangrijke functie. In de Rijn-Maasmonding kan deze functie in het gedrang komen wanneer zout indringt tot bij de zoetwaterinnamepunten. Hoe ver zout bij bepaalde forcering een systeem indringt, wordt in belangrijke mate bepaald door de geometrie van het systeem. Daarbij heeft vooral (verandering van) de bodemligging van de hoofdgeulen invloed op het verziltingsgedrag. In het voorliggende document wordt een aantal scenario’s van mogelijke bodemverlagingen van de Nieuwe Waterweg, Nieuwe Maas en Lek geanalyseerd op basis van 3D numerieke simulaties. Met de gepresenteerde resultaten kan een ondergrens voor de basisrivierbodemligging (BRL) worden opgesteld voor de functie zoetwatervoorziening.
Uit de resultaten blijkt een bodemverlaging op de Nieuwe Waterweg en Nieuwe Maas van invloed te zijn op verzilting bij alle vier de locaties. Een bodemverlaging op de Lek heeft met name een lokaal effect op de Lek zelf. De effecten van klimaatverandering bij het meest extreme scenario (KNMI’14 projectie voor zeespiegelstijging en veranderd afvoerregime in 2085) op verzilting zijn vele malen groter dan de effecten van een bodemverlaging binnen het huidige klimaat.