Geschiktheid van olivijn als ballastmateriaal : haalbaarheidsstudie voor spoorwegtoepassing
Auteur(s) |
J.P.M. Vink
Publicatie type | Rapport Deltares
De mogelijke gezondheidsrisico’s die samenhangen met het gebruik van kwartshoudend ballastmateriaal op het spoorbed zijn een belangrijke aanleiding voor het onderzoeken van de geschiktheid van alternatieve materialen. Eén van de mogelijke alternatieven is het gebruik van duniet (gesteente dat uit meer dan 90% olivijn bestaat). Om de haalbaarheid te verkennen van grootschalige toepassing van olivijn als ballastmateriaal op het spoorbed zijn kernvragen geformuleerd. Deze vragen hebben betrekking op de aard van het materiaal (samenstelling, fysisch-chemische eigenschappen), de marktdynamiek (winbaarheid, exploitatie), duurzaamheid en wetgeving. Vanuit het materiaal beschouwd (fysische en chemische samenstelling) lijken er geen bezwaren te bestaan om olivijn toe te passen als ballastmateriaal, vooropgesteld dat partijkeuringen worden uitgevoerd. Ook vanuit de markt lijken er geen belemmeringen te bestaan voor grootschalige levering van de benodigde grootte. Het gesteente kan grootschalig en op langere termijn geleverd worden vanuit Europese winlocaties. Als ballastmateriaal geldt de toepassing als bouwstof en is het Bouwstoffenbesluit van kracht. Voor de toepassing als bouwstof kent olivijn geen wettelijke beperkingen zolang de emissietoets voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen.