Gevolgen overstromingen Limburg : inventarisatie en duiding
Auteur(s) |
K. Slager
Publicatie type | Rapport Deltares
Het doel van deze studie is om in kaart te brengen (a) in welke Limburgse gebieden langs beken in Midden en Zuid-Limburg veel schade is opgetreden, en (b) welke gebieden nu en in de toekomst gevaarlijk zijn ten tijde van overstromingen. Deze informatie ondersteunt de ontwikkeling en analyse van maatregelen om de gevolgen van overstromingen te beperken.Op basis van de laatste beschikbare informatie wordt het totale schadebedrag door overstromingen van juli 2021 in Nederland voor particulieren, bedrijven en overheden op circa € 433 miljoen geschat. De meeste schade is vermoedelijk opgetreden langs de rivier de Geul, daarna langs de Maas en de Roer en nog een beperkte hoeveelheid langs de Geleenbeek (regio Heerlen) en in het heuvelland.Langs de beken is de economische directe schade ook geschat met twee verschillende methodes (SSM2017 en de waterschadeschatter) voor gesimuleerde hoogwaters met een kans van 1:10, 1:100 en 1:1000 per jaar. De schade opgetreden in juli 2021 ligt ergens tussen de gemodelleerde schades voor 1:100 en 1:1000 in. De drie verschillende schadekaarten geven een indicatie waar de meeste schade kan worden verwacht bij overstroming, gegeven het huidig landgebruik.In deze studie hebben we zogenoemde gevaarkaarten gemaakt: schadegevaar en verdrinkingsgevaar. Schadegevaarkaarten laten zien welke gebieden en locaties meer of minder kans hebben op substantiële schade door overstromingen, als daar woningen zouden staan, die niet zijn aangepast aan mogelijke overstroming. Het gevaar langs de beken in Limburg op schade aan woningen bij overstroming is verrassend hoog. Het berekende schadegevaar is bijvoorbeeld op veel plekken langs de Roer en de Geul van dezelfde ordegrootte als het buitendijkse gebied langs de Maas.Verdrinkingsgevaarkaarten laten zien in welke gebieden meer of minder kans op verdrinking bestaat, indien je aanwezig bent in het gebied ten tijde van de overstromingen. Er zijn geen grote gebieden langs de Limburgse beken waar het gevaar op verdrinking groot is. Lokaal (buiten de bebouwde kom) zijn er wel plaatsen waar het gevaar op verdrinking vergelijkbaar is met dat langs de grote rivieren (buitendijks Maas). Ook in stedelijk gebied, bijvoorbeeld Valkenburg (in deze studie in meer detail beschouwd), zijn er enkele straten, bruggen, laaggelegen tuinen en parkeerplaatsen dichtbij de Geul waar er een aanzienlijke kans is om te verdrinken.Beide type gevaarkaarten leveren bruikbare informatie op voor overheden die actief zijn in de ruimtelijke ordening in het licht van “water en bodem stuurt” en voor de crisisbeheersing. In gebieden met een groter schadegevaar kan bijvoorbeeld nieuwbouw beter worden voorkomen of dient het overstromingsbestendig te worden gebouwd. Informatie over locaties met een groter verdrinkingsgevaar langs de beken is bijvoorbeeld vooral nuttig bij het opstellen van rampenplannen en bruikbaar voor tijdige risico-en crisiscommunicatie: deze locaties moeten tijdens (dreigende) overstroming door mensen worden vermeden en ook eventuele evacuatieroutes kunnen op basis van deze informatie beter worden ingericht.