Indicatoren voor de kwaliteit van habitattype H1110 in PMR-NCV
Auteur(s) |
T.C. Prins
|
A.R. Boon
|
V. Escaravage
Publicatie type | Rapport Deltares
Van 2009-2013 vond de eerste fase plaats van de monitoring van de effecten van de natuurcompensatie in de Voordelta, in verband met de Tweede Maasvlakte (MV2). Eén van de effecten van de aanwezigheid van MV2 was het verlies van areaal van habitattype H1110 ("Permanent met zeewater van geringe diepte overstroomde zandbanken"). Als compensatiemaatregel is een bodembeschermingsgebied in een deel van de Voordelta ingesteld, waar boomkorvisserij met wekkerkettingen door schepen met een vermogen van meer dan 260 pk (boomkorvisserij op platvis) is uitgesloten. Het doel van de maatregel is een verbetering van de kwaliteit van het habitattype H111O. In de doelen van het monitoring- en evaluatieprogramma voor de natuurcompensatie (MEP-NCV) uitgevoerd van 2009 tot en met 2013 is voor de kwaliteit van habitattype H1110 sterk de nadruk gelegd op biomassa van bodemdieren als primaire parameter. Dit rapport heeft als doel na te gaan welke alternatieve indicatoren beschikbaar en geschikt zijn om de effecten van de compensatiemaatregel op de kwaliteit van H1110 te beschrijven. Uitgaande van de profielbeschrijving van dit habitattype, en een inventarisatie van beschikbare indicatoren is aan de hand van een aantal criteria een evaluatie opgesteld van de geschiktheid van de beschikbare indicatoren voor toepassing in PMR-NCV kader. Een voorstel wordt gedaan voor een aantal kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren, met de kanttekening dat voor alle indicatoren geldt dat het verband tussen het voorkomen en intensiteit van boomkorvisserij op platvis en de respons van de indicatoren niet hard onderbouwd is. Het verdient daarom aanbeveling de indicatoren in samenhang te beschouwen middels deskundigenoordeel en het totaal van de resultaten te toetsen op plausibiliteit van de relatie met visserij.