Monitoring Perkpolder : jaarrapportage 2022
Auteur(s) |
R. van den Meiracker
|
W.R.L. van der Star
|
K.H. Wesdorp
|
N.S. Lamers
Publicatie type | Rapport Deltares
In Perkpolder is in 2015 een nieuw buitendijks natuurgebied aangelegd ter grootte van 55 hectare. Als gevolg van de aanleg is de zeedijk landinwaarts komen te liggen. Bij de aanleg van de nieuwe zeedijk is thermisch gereinigde grond (TGG) verwerkt als kernmateriaal. De dijk is afgedekt met een leeflaag. Naast het natuurgebied is -op het voormalige veerplein- een terp aangelegd tot een hoogte van 10 m boven NAP. In de terp is aan de noordzijde een kering verwerkt ter hoogte van de Koppeldijk. In de kern van deze kering is eveneens TGG verwerkt. De kering is afgedekt met een harde asfaltbekleding waarop een leeflaag is aangebracht. In 2018 en 2019 is onderzoek naar (het gedrag van) de TGG uitgevoerd. Uit deze onderzoeken blijkt dat het materiaal een hoge pH heeft en op diverse plekken verhoogde gehaltes aan diverse zware metalen en vluchtige verbindingen (zoals benzeen en tolueen) bevat. Uitloging uit de TGG leidt tot verhoogde waardes in het grondwater direct onder de TGG. Bovendien wordt via zijwaartse afstroming de kwelsloot beïnvloed. n 2020 is een meerjarig monitoringsprogramma gestart waarin de waterbodem van de kwelsloot, het grondwater (in de directe omgeving van de dijk), de grasbekleding en het oppervlaktewater (de kwelsloot en het buitendijks natuurgebied) periodiek worden gemonitord. In 2021 is het meetnet uitgebreid met extra peilfilters zodat over 7 raaien het grondwater en oppervlaktewater in de directe omgeving van de dijk kan worden gemonitord. In 2022 is het netwerk gelijk gebleven en gemonitord in 3 monitoringsrondes. Tevens is op diverse locaties gekeken naar de waterstanden om vast te stellen of de TGG onder water komt te staan. Op basis van een verhoogd bromide-gehalte, de sulfaat-chloride verhouding (in zoetwater) of een verhoogde bromide-chlorideverhouding (in zout water) kan worden vastgesteld welke locaties door de TGG zijn beïnvloed. Het grondwater direct onder de TGG en in de peilbuis direct naast de kwelsloot (aan de dijkzijde) worden beïnvloed door de TGG. Dat blijkt uit verhoogde bromide-gehaltes en een verhoogde bromide-chloride verhouding op deze locaties. Langs de westelijke dijk is een trend te zien van steeds hogere bromide-chloride-gehaltes direct onder de TGG. De aanwezigheid van TGG leidt hier tot hoge arseengehaltes en tot verhoogde gehaltes aan vanadium, molybdeen en chroom. De hoge waardes van arseen in het grondwater zijn opvallend want deze waardes zijn de afgelopen 3 jaar hoger dan in 2020 en 2021 structureel hoger dan vastgesteld in de periode 2017-2018 en op enkele plekken ver boven de interventiewaarde. Het binnendijkse oppervlaktewater bij de locaties van de westelijke dijk (de kwelsloten) worden niet of beperkt beïnvloed door TGG, wat te zien is aan een slechts licht verhoogde bromide-chloride verhoudingen ten opzichte van zeewater. Langs de zuidelijke dijk is in het oppervlaktewater is op basis van de bromide-chlorideverhouding een beïnvloeding zichtbaar , die echter niet hoger is dan in eerdere jaren. In 2022 worden voor het eerst structureel verhoogde arseenconcentraties in het oppervlaktewater gemeten. Deze worden veroorzaakt door mobilisatie van arseen, als gevolg van de ontpoldering. Mogelijk zijn ze direct aan de TGG te correleren. Ook in het buitendijkse natuurgebied zijn de arseenconcentraties verhoogd, mogelijk als gevolg van de ingreep. Van andere locaties of componenten is niet direct duidelijk of ze kunnen worden toegeschreven aan de aanwezigheid van de TGG. In de waterbodem van de kwelsloot, het diepere grondwater en het buitendijks natuurgebied is geen effect van de aanwezigheid van de TGG waargenomen. Piëzometer metingen op diverse plekken direct onder de TGG bevestigen dat de TGG grotendeels boven de grondwaterspiegel ligt. Op diverse plekken ligt echter een gedeelte eronder. Het grondwater dat daar direct met de TGG in aanraking komt is beperkt beïnvloed door het getij, waardoor er geen dagelijkse cycli van vernatting optreden die uitloging kunnen versnellen.