Monitoring Perkpolder : rapportage resultaten 2023
Auteur(s) |
R. van den Meiracker
|
W.R.L. van der Star
|
K.H. Wesdorp
|
K.H.M. Gommans
Publicatie type | Rapport Deltares
In Perkpolder is in 2015 een nieuw buitendijks natuurgebied aangelegd ter grootte van 55 hectare. Als gevolg van de aanleg is de zeedijk landinwaarts komen te liggen. Bij de aanleg van de nieuwe zeedijk is thermisch gereinigde grond (TGG) verwerkt als kernmateriaal. De dijk is afgedekt met een leeflaag. Naast het natuurgebied is op het voormalige veerplein een terp aangelegd tot een hoogte van 10 meter boven NAP. In de terp is aan de noordzijde een kering verwerkt ter hoogte van de Koppeldijk. In de kern van deze kering is eveneens TGG verwerkt. De kering is afgedekt met een harde asfaltbekleding waarop een leeflaag is aangebracht.
In 2018 en 2019 is onderzoek naar het gedrag van de TGG uitgevoerd. Uit deze onderzoeken blijkt dat het materiaal een hoge pH heeft en op diverse plekken verhoogde gehaltes aan diverse zware metalen en vluchtige verbindingen zoals benzeen en tolueen bevat. Uitloging uit de TGG leidt tot verhoogde waardes in het grondwater direct onder de TGG. Bovendien wordt via zijwaartse afstroming de kwelsloot beïnvloed.
In 2020 is een meerjarig monitoringsprogramma gestart waarin de waterbodem van de kwelsloot, het grondwater in de directe omgeving van de dijk, het oppervlaktewater (de kwelsloot en het buitendijks natuurgebied) en de grasbekleding periodiek worden gemonitord. Dit is de rapportage van het vijfde monitoringsjaar, 2023. In 2021 is het meetnet uitgebreid met extra peilfilters zodat over zeven raaien het grondwater en oppervlaktewater in de directe omgeving van de dijk kan worden gemonitord. In 2023 is het meetnet uitgebreid met één extra locatie, gelegen langs de zuidelijke dijk, en gemonitord in drie monitoringsrondes.
Op basis van een verhoogde bromideconcentratie, de bromide-chlorideverhouding in zout water of een verhoogde sulfaat-chlorideverhouding in zout water kan worden vastgesteld welke locaties door de TGG zijn beïnvloed. Langs de middelste raai van de westelijke dijk en de linker raai van de zuidelijke dijk wordt het grondwater direct onder de TGG en in de peilbuis direct naast de kwelsloot aan de dijkzijde beïnvloed door de TGG. Dat blijkt uit verhoogde bromideconcentraties en een verhoogde bromide-chlorideverhouding op deze locaties. Met name langs de westelijke dijk is een meerjarige trend te zien van steeds hogere bromide-chloridegehaltes en bromideconcentraties direct onder de TGG.
De aanwezigheid van TGG leidt hier tot hoge arseengehaltes en tot verhoogde gehaltes aan vanadium, molybdeen en chroom. In 2022 werden zeer hoge waardes van arseen in het grondwater waargenomen tot 470 µg/L. Tijdens de eerste meetronde van 2023 werden vergelijkbare concentraties waargenomen tot 440 µg/L, maar later in het jaar waren de concentraties duidelijk lager tussen 61 en 170 µg/L.
Het binnendijkse oppervlaktewater bij de locaties van de westelijke dijk de kwelsloten worden niet of beperkt beïnvloed door TGG, wat te zien is aan een slechts licht verhoogde bromide-chlorideverhouding ten opzichte van zeewater. Langs de zuidelijke dijk is in het oppervlaktewater op basis van de bromide-chlorideverhouding een beïnvloeding zichtbaar, die echter niet hoger is dan in eerdere jaren. In 2022 worden voor het eerst structureel verhoogde arseenconcentraties in het oppervlaktewater gemeten, maar deze verhoogde arseenconcentraties zetten in 2023 niet door.
Van andere locaties of componenten is niet direct duidelijk of ze kunnen worden toegeschreven aan de aanwezigheid van de TGG. In de waterbodem van de kwelsloot, het diepere grondwater en het buitendijks natuurgebied is geen effect van de aanwezigheid van de TGG waargenomen. Ook zijn geen bijzonderheden aangetroffen in de grasbekleding die wijzen op een negatieve invloed van de TGG in de kern van de dijk. De ontwikkeling van de grasmat verloopt vergelijkbaar als op nieuwe dijken zonder TGG.