Potentie van watervraagreductie in het veengebied : een modelverkenning op landelijke schaal
Auteur(s) |
I. America
|
R. Boelens
|
M.J.P. Mens
|
E.M. Mes
Publicatie type | Rapport Deltares
Om bodemdaling en CO2-uitstoot in de veenweidegebieden te verminderen wordt onder andere gestreefd naar hogere grondwaterstanden, in lijn met de sturende principes van de Kabinetsbrief ‘Water+Bodem sturend’ (WBS) van 2022 en als onderdeel van het landelijke klimaatakkoord van 2019. Eerdere analyses hebben aangetoond dat (technische) maatregelen om grondwaterstanden te verhogen (zoals drainagemaatregelen) de watervraag voor peilbeheer vergroten, met name in een warmer klimaat. Hierdoor komt de balans tussen watervraag en wateraanbod in droge jaren verder onder druk te staan. De studie doet geen uitspraken over de wenselijkheid van maatregelen. Ook is in deze studie niet gekeken naar de technische haalbaarheid van de verhoging van het grondwaterpeil naar 20 tot 40 cm onder maaiveld in het hele veengebied. De studie richt zich zowel op het agrarische veenweidegebied als op veengebieden met een natuurdoelstelling. De analyse is uitgevoerd met behulp van het Landelijk Hydrologisch Model (LHM) versie 4.2, waarmee verschillende varianten zijn doorgerekend voor de periode 2017-2019. Het model is niet geschikt voor uitspraken over bodemdaling of CO2-uitstoot of om uitspraken te doen op lokaal niveau. De WBS maatregelen zijn in het model ingesteld zodanig, dat de zomergrondwaterstanden van een droge zomer (2018) niet verder zakken dan 40 cm onder het maaiveld (basisrun B2 – grondwaterstandsverhoging conform WBS). Dit is bereikt door gebruik te maken van vaste (hogere) slootpeilen en de aanname van optimale werking van infiltratiemaatregelen.