Quickscan oppervlaktewatermonitoring Noordwaard : beoordeling mogelijke effecten van toegepast TGG op de kwaliteit van oppervlaktewater in de Noordwaard
Auteur(s) |
K.H. Wesdorp
|
K.H.M. Gommans
|
W.R.L. van der Star
Publicatie type | Rapport Deltares
De Noordwaard is een gebied tussen de Nieuwe Merwede en de Biesbosch dat in 2015 is ontpolderd als onderdeel van het Ruimte voor de Rivier-project. De Noordwaard fungeert als doorstroomgebied voor rivierwater om de waterstand te verlagen en de veiligheid in omliggende gebieden te vergroten. Thermisch gereinigde grond (TGG) is toegepast om bestaande kades in het gebied te verhogen en versterken om zo te voorkomen dat deze onder water komen te staan. Het vertrouwen in thermisch gereinigde grond als milieukundig geschikte grond werd in 2016 geschaad nadat bleek dat op drie locaties (Westdijk in Bunschoten, de oevers van de Plas van Heenvliet en de Zeedijk bij Perkpolder), uitloging van verontreinigingen van het toegepaste TGG naar de omgeving is geconstateerd. De doelstelling van dit rapport is om de risico’s van uitloging van verontreinigingen van het toegepaste TGG in diverse locaties in de Noordwaard in beeld te brengen. De focus ligt in de huidige rapportage bij de invloed op de kwaliteit van het oppervlaktewater. Op basis van eerdere onderzoeken naar TGG is een signatuur vastgesteld van stoffen die gerelateerd zijn aan TGG en als indicatoren kunnen dienen voor uitloging van TGG in het gebied en welke ook zichtbaar kunnen zijn in het oppervlaktewatermetingen. De aangemerkte TGG-signatuur voor oppervlaktewater omvat onder andere zware metalen (zoals arseen, antimoon, barium, en molybdeen), hoog pH en EC, kationen (natrium, kalium, calcium), anionen (bromide, chloride, sulfaat), en vluchtige organische stoffen (benzeen, tolueen, fenantreen, beta-HCH en 1,2,4-trichloorbenzeen). Uit de analyse van de oppervlaktewatermetingen blijkt dat op basis van de eerder genoemde signatuurstoffen in een effect van TGG zichtbaar is in het oppervlaktewater (en daarmee, vanwege de uitlogingspaden, zeer waarschijnlijk ook in het grondwater). Met name de aangetroffen verhoogde concentraties van zouten sulfaat, bromide en bromide-chlorideverhoudingen maken beïnvloeding van het oppervlaktewater door TGG waarschijnlijk. Voor enkele zware metalen (o.a. arseen, strontium, mangaan en magnesium) is er ook een correlatie tussen verhoogde concentraties en teensloten bij dijken met TGG gevonden. Voor de set met stoffen gerelateerd aan TGG worden voor arseen en de zouten (bromide, chloride en sulfaat) bij enkele locaties naast dijken met TGG normen voor waterkwaliteit overschreden die niet worden overschreden in teensloten bij dijken zonder TGG. Met de huidige meetfrequentie is het echter lastig vast te stellen of het om enkele uitschieters gaat of om structurele normoverschrijdingen. Daarnaast is op basis van deze meetreeks het risico dat het gebruik van het oppervlaktewater als irrigatiewater tot effecten op de gewasgroei leidt gering. Aanbevolen wordt om ook de situatie in het grondwater en de bodem beter in beeld te brengen aan de hand van grondwatermonitoring en modellering, om zo een completere risico inschatting van de effecten van TGG te kunnen opzetten.