Relevantie-onderzoek gras op zand : product 2
Auteur(s) |
A. van Hoven
Publicatie type | Rapport Deltares
In opdracht van Waterschap Drents Overijsselse Delta wordt onderzoek uitgevoerd naar de erosiebestendigheid van grasbekledingen op een substraat van zand. Het onderzoek moet antwoord geven op de hoofdvragen [1]:
· Is het standtijdlijnmodel voor golfklappen voor graserosie buitentalud (GEBU) toepasbaar voor situaties met gras op zand, en zo ja, wat zijn dan de rekenwaarden voor de a, b en c in de standtijdlijn in de methode voor golfklappen op gras op zanddijken?
· Wat is, voor golfoverslag, de kansverdeling van falen van grasbekledingen op kruin en binnentalud (GEKB) op zanddijken?
Met het antwoord op deze vragen wordt beoogd een goede onderbouwing te kunnen geven van de scope van de dijkversterking Vechtdijk. Een aantoonbare erosiebestendigheid van gras op zand zal de scope naar verwachting verkleinen. In dit deelonderzoek wordt gekeken naar de relevantie van de erosiebestendigheid van de grasbekleding. Dit is om te voorkomen dat een eventueel positief onderzoeksresultaat, een aantoonbaar significant erosiebestendige grasbekleding op zand, uiteindelijk toch niet kan worden toegepast, omdat bijvoorbeeld andere mechanismen dominant worden en de bekleding daarom toch moeten worden verbeterd. Mechanismen die maatgevend kunnen worden bij een significante kans op golfoverslag zijn:
· Afschuiven van de bekleding bij golfoverslag.
· Macrostabiliteit binnenwaarts in combinatie met golfoverslag.
Daarnaast kunnen erosie door langsstroming en/ of (bijna niet te voorkomen) schades aan de grasbekleding dominant worden voor de overstromingskans. Ook is gekeken naar de hydraulische belasting langs de Vechtdijk, zijn deze belastingen naar verwachting houdbaar voor een gras op zand bekleding, die zeer waarschijnlijk minder erosiebestendig zal zijn dan gras op klei.