SWAN-model Grevelingen - t.b.v. BOI2023
Auteur(s) |
M.W. Doeleman
|
J.C.C. van Nieuwkoop
Publicatie type | Rapport Deltares
Dit rapport beschrijft de modelopzet van een SWAN-model voor het Grevelingenmeer, ook wel de Grevelingen genoemd. De SWAN modelschematisatie heet voorlopig swan-grevelingen-j19_6-v1a. Pas als de voorlopige uitvoerlocaties vervangen zijn door een definitieve set, waar momenteel een externe partij mee bezig is, zal het model de naam swan-grevelingen-hr2023 krijgen en geschikt zijn voor het uitvoeren van BOI-productieberekeningen. Op basis van gevoeligheidstests met diverse roosters hebben wij gekozen voor een rechthoekig rekenrooster bestaande uit vierkante cellen met een roosterafstand van 20 m. De richtingsresolutie bedraagt 5° en bestaat uit 72 bins. Het model maakt gebruik van SWAN-versie 41.31A.1 en gebruikt de generieke instellingen zoals aanbevolen in Deltares (2020, 2021a). De wind en waterstand worden uniform over het hele domein verondersteld. Er zijn zestien testberekeningen uitgevoerd voor de combinaties van hoge en lage windsnelheid (37 m/s en 10 m/s), hoge en lage waterstand (NAP+2 m en NAP-0.5 m) en vier windrichtingen (67.5°N, 180°N, 270°N, 337.5°N). De berekeningen hebben geen opvallende zaken aan het licht gebracht. Ons advies is om een maximum van 100 iteraties aan te houden en daarbij te controleren of de convergentie in het interessegebied en op de uitvoerlocaties in orde is. Er zijn geen relevante metingen beschikbaar om het model te valideren. De resultaten zien er logisch uit en vertonen geen onvolkomenheden. Het model is – afgezien van de uitvoerlocaties – geschikt om in te zetten voor BOI productieberekeningen.