Systeemanalyse Rijn-Maasmonding : analyse relaties noord- en zuidrand en gevoeligheid stuurknoppen

Hoewel verziltingsprocessen langs de noord- en zuidrand van de Rijn-Maamonding (RMM) vaak apart van elkaar beschouwd worden, zijn deze in werkelijkheid vaak sterk gekoppeld. In dit onderzoek is de algemene systeemwerking ten aanzien van de noord-zuidrelaties in kaart gebracht. De huidige vuistregel voor het voorspellen van achterwaartse verzilting uit het Handboek Waterwacht (gebaseerd op de HL-parameter en de Bovenrijnafvoer) is gevalideerd. Op basis van deze validatie en de in dit project verkregen systeemkennis is een nieuwe vuistregel afgeleid, welke gebaseerd is op de gemiddelde waterstandsverschillen tussen de noord- en de zuidrand over twee getijden. Deze vuistregel geeft aanzienlijk betere voorspellingen. Het effect van de Haringvlietsluizen op de waterbeweging en zoutverspreiding is in kaart gebracht aan de hand van de systeemkennis en bestaande berekeningen. Hierbij is zowel de eb- als de vloedopening geëvalueerd. De werking van de andere stuurknoppen in het systeem (Volkeraksluizen en de stuw bij Hagestein) voor het tegengaan van verzilting van de monding Hollandsche Ijssel is geanalyseerd met behulp van numerieke 10 berekeningen. Op basis van bovenstaande bevindingen is het handelingsperspectief aangescherpt. Hierin staat beschreven wanneer welke stuurknop kan worden ingezet.