JMP-EUNOSAT: Coherente eutrofiëringsbeoordelingen voor de Noordzee met behulp van satellietgegevens
Het JMP-EUNOSAT-project heeft een nieuwe methode ontwikkeld voor monitoring en beoordeling van verontreiniging met nutriënten (eutrofiëring). Vervuiling met meststoffen stimuleert de algengroei in het water, waardoor dat zuurstofloos en troebel kan worden en planten en dieren in het water niet kunnen overleven.
EU-landen moeten iedere zes jaar rapporteren over de waterkwaliteit van de zee onder de Kaderrichtlijn Mariene Strategie. Die rapportages gaven tot nu toe een onsamenhangend beeld, doordat landen verschillende normen en meetmethoden gebruikten. De norm is overal gedefinieerd als 50% overschrijding van natuurlijke achtergrondconcentraties van meststoffen en algen.
Maar doordat landen verschillende methoden hebben gebruikt om de achtergrondconcentraties te schatten zit er weinig samenhang in de normen die landen gebruiken. De Europese Commissie heeft de EU-landen gevraagd om dit te verbeteren, zodat toekomstige rapportages een goed overzicht geven van de mate van eutrofiëring in de Noordzee.
Een nieuwe wijze van beoordeling met gebruik van satellietdata
Het JMP-EUNOSAT project (Joint Monitoring Programme of the Eutrophication of the North Sea with Satellite data) heeft daarom onlangs een nieuwe methode uitgewerkt om op samenhangende wijze de vervuiling met meststoffen in de Noordzee te meten en te beoordelen, met behulp van satellietdata:
- normen voor meststoffen en algen op de Noordzee worden overal op dezelfde wijze berekend;
- de Noordzee wordt voor de beoordeling ingedeeld in gebieden met vergelijkbare ecologische eigenschappen;
- gecontroleerde satellietdata worden gebruikt als extra en gezamenlijke bron van informatie over algenconcentraties;
- samenwerking tussen landen waardoor databeheer en rapportages op kostenefficiënte en samenhangende wijze kunnen worden uitgevoerd.
Tijdens het project is regelmatig overleg gevoerd met vertegenwoordigers van alle landen rond de Noordzee, verenigd in OSPAR. Na afloop van het project hebben zij het advies van het JMP-EUNOSAT project overgenomen en gaan ze de voorgestelde nieuwe methode uitproberen voor de eerstvolgende rapportage over eutrofiëring in de Noordzee, parallel aan de gangbare methode. De gebiedsindeling, de voorgestelde normen en onderliggende modellen zullen daarvoor nog verder worden verbeterd en onderbouwd in overleg met de betrokken landen.
Terug in de tijd
Om de natuurlijke achtergrondconcentraties te kunnen vaststellen is het jaar 1900 voorgesteld.
Er was in die tijd relatief weinig menselijke verstoring en minder vervuiling met meststoffen. De achtergrondconcentraties van meststoffen en algen zijn van nature hoger waar grote rivieren in zee uitmonden, zoals langs de Nederlandse kust.
De lozingen van meststoffen uit rivieren rond het jaar 1900 zijn geschat door SMHI (Zweden) met hun hydrologisch model van Europa. Vervolgens heeft Deltares op grond daarvan met modellen de concentraties meststoffen in de Noordzee uitgerekend en de bijbehorende algenconcentraties. Dezelfde modellen zijn gedraaid voor recente jaren om te controleren of de modellen veldmetingen voldoende goed reproduceren. Voor de periode rond 1900 zijn namelijk nauwelijks metingen beschikbaar. Nieuwe normen voor meststoffen en algen zijn vervolgens afgeleid als 50% boven de berekende concentraties rond 1900.
Het project werd gecoördineerd door Rijkswaterstaat. Deltares was verantwoordelijk voor de nieuwe normen en gebiedsindeling. RBINS (België) ontwikkelde een ruimtelijk samenhangend satellietproduct voor algen en de Universiteit van Aarhus (Denemarken) coördineerde de uitwerking van mogelijke samenwerking bij de monitoring en rapportage van meststoffen in de Noordzee. In totaal deden 14 instituten mee aan het project, vanuit alle betrokken landen.
Dit project werd financieel mogelijk gemaakt door contract nr. 11.0661/2017/750678/SUBIENV.C2 van het DG-Environment deel van het “Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij” derde call: “Implementation of the second cycle of the MSFD”