Samenwerken aan rekenmodel spoortrillingen
ProRail, TU Delft, Deltares en TNO ontwikkelen samen een rekenmodel: het Spoor Trillingen Emissie Model (STEM). Het model voorspelt in welke situaties spoortrillingen ontstaan en in welke situaties bepaalde bronmaatregelen effectief zijn. Daarnaast kan ProRail met het model ook de oorzaak van klachten en problemen rond spoortrillingen achterhalen.
Bijna 270 duizend Nederlanders die binnen 300 meter afstand van het spoor wonen, ondervinden ernstige hinder van de trillingen die treinen veroorzaken. Dit kan zijn gevoelens van irritatie, boosheid en onbehagen, maar ook minder goed slapen of moeite om in slaap te komen. Het heeft impact op de gezondheid van mensen. Bundeling van verschillende expertises is nodig om tot effectieve oplossingen te komen.
Beter begrijpen van het ontstaan en het verloop van spoortrillingen
Er zijn steeds meer vragen en klachten over trillingen. Om de spooromgeving leefbaar te houden zoekt ProRail naar effectieve maatregelen die trillingshinder kunnen beperken. Ook als in de toekomst het treinverkeer toeneemt.
Het uiteindelijke doel is het vinden van betaalbare maatregelen, die de overlast van spoortrillingen verminderen. Beter begrijpen waardoor trillingen ontstaan en hoed deze hinder veroorzaken in bepaalde situaties is belangrijk. Het rekenmodel STEM wordt daar een onmisbare schakel in.
Krachten bundelen
De TU Delft neemt het wetenschappelijke onderzoek voor haar rekening. Deltares en TNO slaan de brug tussen wetenschap en praktijk. Deltares heeft veel expertise over de bodem en over het vastleggen van wetenschappelijke kennis in tooling en TNO over voortplanting van trillingen, metingen en het valideren van modellen. ProRail brengt de spoorkennis in.
Onze kennis van de ondergrond hebben we vertaald in verschillende rekenmodellen. Deze brengen we in STEM samen om trillingen zo goed mogelijk te voorspellen. Vanuit daar zetten we een stap naar effectieve oplossingen voor de trillingsproblematiek. Het samenbrengen van onze expertises en het samenwerken aan het rekenmodel is één van de puzzelstukjes om uiteindelijk de trillingshinder die vele mensen ervaren te reduceren.
Het ontstaan van spoortrillingen is een complex vraagstuk waar we met dit onderzoek een grote stap in maken
Michael Steenbergen, TU Delft
Programma van zes miljoen euro
Het programma heeft een looptijd van vier jaar (2022-2025). Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft 6,1 miljoen euro beschikbaar gesteld. Gespecialiseerde ingenieursbureaus die onderzoek naar spoortrillingen doen, gaan in de toekomst gebruikmaken van het rekenmodel.
Bijvoorbeeld om het effect van maatregelen door te rekenen bij aanleg van nieuwe sporen of om de oorzaak van klachten te achterhalen. Deze bureaus worden uitgenodigd om vanaf de start van het traject mee te denken.
Aanpak bij de bron
Het programma Spoor Trillingen Emissie Model (STEM) is onderdeel van de Innovatieagenda Bronaanpak Spoortrillingen (IBS). In dit programma doet ProRail in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat komende jaren onderzoek en proeven naar innovatieve oplossingen om spoortrillingen bij de bron aan te pakken en daarmee trillingshinder te voorkomen of verminderen.
De ontwikkeling van het rekenmodel STEM sluit aan bij het OURS-rekenmodel van het RIVM, waarmee de transmissie van trillingen door de bodem naar woningen kan worden berekend.