Vandaag is het geen stortbui die de Groningse Curacaostraat blank doet staan, maar een tankwagen van de gemeentelijke beheerploeg. Deze zet een parkeervak met doorgroeibare verharding onder water, als onderdeel van een serie praktijkproeven rond waterbergingsmaatregelen. Studenten Built Environment van de Groningse Hanze Hogeschool meten hoe snel de grond het water opneemt, onder leiding van lector Floris Boogaard, tevens expert stedelijk waterbeheer bij Deltares, en Richard Walters, adviseur stedelijk water bij de gemeente Groningen.

Studenten van de Hanze Hogeschool brengen in Groningen klimaatadaptatiemaatregelen in kaart. Door een parkeerplek van grasbetontegels onder water te zetten en te meten hoe snel het water wegloopt, wordt de effectiviteit duidelijk. Met een liniaal en datalogger noteren ze waterhoogtes en -standen, waaruit ze de infiltratie-coëfficiënt berekenen. Foto' Maarten Aleman

Tastbaar

“Niets wekt zoveel vertrouwen als met eigen ogen zien hoe het water in de wadi’s en verharding verdwijnt”, lacht Floris. Bijna tien jaar organiseren Richard en hij deze praktijkdagen. “Je krijgt er zo meer gevoel bij”, knikt Richard. “Ook geeft het mijn collega’s en mij inzicht: nemen we de juiste maatregelen op de juiste plekken? Uiteindelijk helpt dat onze capaciteit en energie efficiënt in te zetten.”

Floris ziet deze dag als een live Climate Café. Hij organiseert deze bijeenkomsten om bewustwording en kennis rond klimaatadaptatieve oplossingen te vergroten. Onder zijn leiding delen wekelijks bestuurders, ambtenaren, wetenschappers, vaklui en bewoners online hun ervaringen en expertise rond klimaatadaptatie met waterberging, vergroening en regenwaterbenutting. “Het maakt mensen warm voor werken aan een toekomstbestendige stad.” Floris zet de Climate Café’s op YouTube en beheert climatescan.nl, werelds grootste citizen science database met klimaatadaptieve oplossingen.

Extreem nat

Dat mei 2024 de natste maand was sinds de metingen van de KNMI begonnen, zal geen uitzondering zijn, voorspelt Floris, zijn capuchon opzettend voor een nieuw buitje. “Extreem weer neemt door klimaatverandering toe en regenbuien worden steeds zwaarder.” Stortbuien deze lente leidden in ons land tot ondergelopen straten en kelders en in het buitenland tot hevige overstromingen en grote schade. De hoeveelheid water die met piekbuien naar beneden komt, is niet door de riolering alleen te verwerken, aldus Floris.

“Daar moeten we onze openbare ruimte op inrichten met waterbergingslocaties, zoals wadi’s, waterbergende wegen en waterpleinen. Omdat je het moet opvangen waar het valt, pleit ik voor een wadi in elke straat. We hebben er nog minstens twintigduizend nodig, willen we ons land leefbaar houden in de toekomst.”

Foto Maarten Aleman
Ik pleit voor een wadi in elke straat. We hebben er nog minstens twintigduizend nodig, willen we ons land leefbaar houden in de toekomst

Floris Boogaard, expert stedelijk waterbeheer Deltares

Uitdaging

Geen gemakkelijke opgave voor een gemeente, vertelt Richard, die al achttien jaar werkt aan de openbare ruimte van Groningen. “Terwijl we de stad verder verdichten, meer woningen bouwen, en vergroenen om hittestress en wateroverlast tegen te gaan, ligt de uitdaging onder de grond. Daar moeten we ruimte zien te maken om water vast te houden en vertraagd af te voeren, voor wortels van bomen en planten, voor nieuwe riolering. En dat met een schreeuwend tekort aan personeel.”

Leren en werven

Daar voorzien de praktijkdagen gelukkig ook in: studenten van de Hanze Hogeschool zien wat je als adviseur stedelijk water bij een gemeente kunt betekenen. “Dit is de beste manier om nieuwe collega’s te werven”, lacht Richard. “In deze functie kan je de stad mooier en leefbaarder maken.” Floris vertelt dat ook de ontmoetingen tussen verschillende ambtenaren vruchtbaar zijn: “Soms is er een kloof tussen ‘grijze’ en ‘groene’ afdelingen. Hier spreken wijkbeheerders met ecologen en beleidsmakers, waardoor ze klimaatadaptieve maatregelen kunnen optimaliseren.” Richard vult aan: “We hebben iedereen nodig: bewoners, beheerders, ontwerpers, bestuurders en studenten, onze toekomst.”

Floris Boogaard en Richard Walters organiseren al bijna tien jaar metingen van waterbergende voorzieningen in Groningen. Floris: "Geen gemeente heeft zijn klimaatadaptieve voorzieningen zo goed in kaart als Groningen.”

Betrokkenheid en draagvlak

Bewoners betrekken bij klimaatadaptatie lukt amper via de traditionele communicatiemiddelen van de gemeente, merkt Richard. “Op driehonderd bewonersbrieven met enquête krijgen we tien reacties, dan denk je: het leeft niet. Zodra je de wijken intrekt, kantelt je beeld.” Rijd met een tankwagen een straat in en zet iets onder water, dan komt iedereen vanzelf hun huis uit, bevestigt Floris. “Ouders trekken hun kinderen laarzen aan en laten hen in of bij het water spelen. Zo start je het gesprek over nut en noodzaak van deze maatregelen op straat en ontstaat een andere interactie dan op een inspraakavond.”

We lopen door naar de Schorsmolenstraat voor de tweede meting, een wadi. Een goed voorbeeld van multifunctionele inrichting volgens Floris, want deze fungeert als natuurspeelplaats en als biodiversiteits-booster. “Hier vind je wel honderd soorten planten. Als je wadi’s beplant met meer dan alleen gras, infiltreert het regenwater vaak beter. Dat heeft te maken met de combinatie van langere wortels en een actiever bodemleven." Ook in waterdoorlatende verharding kunnen gemeentes bloemen en kruiden zoals sedum en klaver zaaien, adviseert Floris. “Die soorten bloeien heel mooi.”

Onkruid of natuur?

Richard is fan van waterdoorlatende verharding, maar merkt dat nog veel bewoners, “zelfs groenliefhebbers”, deze mix van steen en groen ‘onverzorgd’ vinden. “Een bewoner noemde een wadi verderop ‘een onkruidbak’”, beaamt Floris. Ander openbaar groen roept emoties op, gewend als mensen zijn aan gladde gazons. “Een informatiebordje over de planten en waarom de gemeente deze weinig maait, zijn wat mij betreft een enorme quick win”, aldus Floris. “Bij minder dan één procent van alle wadi’s in Nederland staat nu zo’n bordje.”

Meer acceptatie van dit soort waterbergende maatregelen bereik je ook door ze samen met bewoners te ontwerpen”, adviseert Floris. “Betrek bewoners vanaf de start. Sommigen willen zelf een wadi beheren, als ze dan de planten mogen uitkiezen. Dan ontstaat er een gedeelde verantwoordelijkheid.”

Wadi aan de Groningse Schorsmolenstraat.
We hebben iedereen nodig om onze stad klimaatadaptief te maken: bewoners, beheerders, ontwerpers, bestuurders en studenten

Richard Walters, adviseur stedelijk water bij de gemeente Groningen

Mythes

Angst is een andere emotie die water in de wijk oproept, weet Floris. Zoals dat wadi’s lang vol water staan waar kinderen in verdrinken en waar muggen uit komen. “Een goed ontworpen wadi is binnen enkele dagen leeg”, aldus Floris. “En 99 procent van al onze wadi’s zijn goed aangelegd. Een mug ontwikkelt zich in zeven dagen. Daarnaast is een wadi vrijwel nooit dieper dan vijftig centimeter en zijn ze voorzien van flauw aflopende wanden, zodat dieren en kinderen er zo uit kunnen komen. Deze mythes blijf ik ontkrachten. Onze sloten, grachten en kanalen zijn gevaarlijker."

Bekijk timelapsebeelden van een leeglopende wadi

Noodzaak

Bij de wadi Meeuwen bestuderen Floris en zijn studenten ook de staat van de slokops, of kolken, in de taluds. Vaak worden kolken eens per jaar schoongemaakt en eens in de vijf jaar doorgespoten om dichtslibbing tegen te gaan. Richard hoorde dit jaar dat sommige wadi’s lang nat blijven. “Dat komt door het natte voorjaar, leg ik dan aan bewoners uit. Een wadi is aangelegd voor een piekbui, niet voor langdurige regen. Bovendien speelt onze ondergrond ons parten: Groningers wonen op klei en veen. De toplaag van de bodem vangt hevige buien op, de klei daaronder laat water slecht door. We moeten eerst de klei weghalen, zand aanbrengen en een drain plaatsen. De wadi’s waar klachten over kwamen, zijn waarschijnlijk niet goed ontgraven.”

Floris Boogaard bekijkt de staat van de kolk in de wadi Meeuwen.

Nieuwe vragen

Voor Richard komen er altijd vragen bij na een praktijkdag. “Creëren we met wadi’s niet de saneringslocaties van de toekomst? Doordat het infiltrerende water stoffen meeneemt van daken of straten, zoals dooizouten of zink? En wat hebben bomen en planten nodig aan watervoorziening? De stad vergroenen is een hoop werk, wat is echt noodzakelijk? Passen planten zich niet aan het veranderende klimaat aan? Ook zou ik meer willen weten over onze ondergrond, droge periodes veroorzaken op veengrond scheuren en verzakkingen.”

Floris: “Natuurlijk kunnen we de planten in een wadi aanpassen, maar het mooiste is als de natuur dat zelf regelt. En dat gebeurt vaak ook, als je een wadi met rust laat.” Wat de ongewenste stoffen betreft, beaamt hij dat de bodem van een wadi als een filter werkt. “Daarom moet je de toplaag bij de inlaat wellicht om de tien of twintig jaar vervangen. Omdat de omstandigheden overal anders zijn, wordt geadviseerd om de vijf jaar de bodemkwaliteit te monitoren.” Dit doen Richard en Floris onder andere tijdens de live Climate Café’s. “Ontwerp en onderhoud van wadi’s is maatwerk, dus onderzoek blijft nodig”, aldus Floris. “Gelukkig doen we dat op een leuke en praktische manier.”

Opschalen

In elke straat een wadi is niet alleen een droom van Floris, het is ook een ambitie die gemeentes en waterschappen hebben vastgelegd in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. “Nog geen tien procent daarvan is aangelegd”, aldus Floris. “Dus er is werk aan de winkel.” Toch is er al veel bereikt in 25 jaar, vindt hij. “De wadi is een volledig uitontwikkeld klimaatadaptatie-instrument. Mijn eerste project was de aanleg ervan in de Enschedese wijk Ruwenbos, tussen 1997 en 1999. Nu brengen we met Deltares deze maatregel ook naar andere landen. Wat we leren in New Orleans, Vancouver en Parimaribo, schalen we op voor de wereld.” Richard ziet dat het in Groningen in ieder geval de goede kant opgaat: “Groningen wordt steeds groener, er komen steeds meer wadi’s bij. Als ik door de stad fiets, zie ik hoe die verandert. Dat is ook het mooie aan mijn baan: je laat een stukje van jezelf achter in de stad.”

Deze pagina delen.