Deltares heeft hiervoor het landsdekkend rekenmodel voor zoet en zout grondwater gebruikt, het LHM zoet-zout. Daarmee is gekeken waar, in welke mate en hoe snel de verzilting van het Nederlandse grondwatersysteem, en de daarmee gepaard gaande watervraag om sloten en kanalen zoet te houden, in de toekomst veranderen.

Joost Delsman, onderzoeker grondwaterbeheer bij Deltares; “In de Nederlandse kustprovincies is het grondwater al op geringe diepte brak tot zout. Dit levert problemen op als we het grondwater willen gebruiken om drinkwater van te maken, voor de industrie of voor de landbouw. We spoelen de sloten voor de landbouw al sinds jaar en dag door, en dat vergt veel zoet water. Het is de vraag of dit in de toekomst nog op deze mate zoals we gewend zijn lukt”.

Je hebt nog niet aangegeven of je cookies wilt accepteren of weigeren. Hierdoor kan dit element niet worden getoond.

Pas je cookie instellingen aan

Of ga direct naar:

https://www.youtube.com/watch?v=QEfIQr9ESJs

Kweldruk en zeespiegelstijging

Door zeespiegelstijging neemt de kweldruk op het grondwatersysteem toe. De effecten hiervan zullen tot zo’n maximaal 10 tot 20 km uit de kust en meestijgende oppervlaktewateren merkbaar zijn. Door toenemende kweldruk vanuit de zee stroomt er meer en dieper grondwater naar de oppervlakte. Hierdoor neemt de verzilting van het oppervlaktewater toe. De zoutvracht naar het oppervlaktewater neemt met de helft toe bij 1 m zeespiegelstijging, en bij 3 m zeespiegelstijging is deze toename zelfs meer dan verdrievoudigd.

Wanneer we bij deze toegenomen verzilting de sloten nog net zo zoet willen spoelen als we nu doen, neemt de daarvoor benodigde hoeveelheid zoet water sterk toe. Zo sterk, dat het huidig gevoerde beheer van zoet spoelen bij sterke zeespiegelstijging niet overal meer houdbaar zal zijn. Bij sterke zeespiegelstijging (van meer dan 1 m) krijgen ook gebieden die daar momenteel nog geen last van hebben te maken met verzilting.

Deze pagina delen.