Droge jaren als 2018 en 2022 laten zien dat de economische en maatschappelijke impact enorm is als er niet genoeg vervoerd kan worden over het water. Met de verwachte toename van lage waterstanden op de rivieren in de toekomst is klimaatadaptatie cruciaal voor een toekomstbestendige infrastructuur. Doordat er meerdere maatregelen denkbaar zijn en de belangen groot, is het voor de sector en de Rijksoverheid noodzakelijk om de effectiviteit van de verschillende maatregelen en de interactie daartussen te kennen.

Klimaatadaptieve oplossingen

Voor het omgaan met laagwater zijn klimaatadaptieve oplossingen in de hele transportketen van belang. Binnen het consortium TRANS2 zijn daarvoor in de afgelopen twee jaar maar liefst twaalf producten opgeleverd.

Er is onder andere een strategisch Systeem-Dynamisch Model ontwikkeld, dat een integraal beeld geeft van het transportsysteem met de verschillende afhankelijkheden. Dit model kan ondersteunen bij strategische besluitvorming.

Digital Twin Waterways

Ook is de digitale tweeling van de vaarwegen doorontwikkeld: nu is de ‘Digital Twin Waterways’ (DTW) uitgebreid met het Europese Vaarwegennetwerk. Er zijn modellen opgesteld waarmee de afmetingen van het schip vertaald kunnen worden naar laadcapaciteit en schroefvermogen om in de DTW te gebruiken. Hiermee kan beter gesimuleerd worden wat het effect is van aanpassingen in scheepsontwerp of de vlootmix op het transport over water.

Twee logistieke concepten zijn in TRANS2 uitgewerkt met de DTW. Als eerste is gekeken of en hoe het zogenaamde ‘hubs & spokes’-concept, waarbij lading wordt overgeslagen op een tussenliggende terminal, bijdraagt aan een klimaatrobuuste binnenvaart. Tevens zijn de gevolgen en kansen van het omvaren als gevolg van opstoppingen of verstoringen onderzocht met de DTW.

TRANS2 binnenvaart klimaatadaptatie web

Toekomstige vloot

Tijdens het project ontstond de vraag hoe de vloot zich zal ontwikkelen in de toekomst. Kleinere schepen vervullen op dit moment een belangrijke rol om het transport over water robuust te maken, maar het is onzeker of deze schepen in de toekomst in de vaart blijven. Binnen TRANS2 is een start gemaakt met het onderzoeken van deze trend en de gevolgen hiervan. Deze vraag leeft sterk bij de sector en wordt ook opgepakt door de Binnenvaarttafel.

Vervolg

Het eindrapport van TRANS2 geeft aan welke richtingen voor vervolg nodig en wenselijk zijn. Onlangs is bij SmartPort ook het project Gezamenlijke Robuustheid: Ideeën voor Binnenvaartlogistiek (GRIB) afgerond. Hierin zijn kansrijke ideeën voor verder onderzoek en innovatierichtingen voor een klimaatadaptieve binnenvaart geïdentificeerd. Omdat er qua scope en inhoud enige overlap is tussen TRANS2 en GRIB, is het nodig om bij het definiëren van de vervolgstappen de bevindingen van beide projecten samen te beschouwen. In het rapport is hiertoe al een eerste aanzet gedaan, met onder andere de volgende aanbevelingen:

  • Doorontwikkeling van de Digital Twin Waterways, met name regelen eigenaarschap en de coördinatie van de tool.
  • Afhankelijk van de uitkomsten uit het huidige onderzoek door de Binnenvaarttafel kan er behoefte zijn aan verdiepend of verbredend onderzoek naar de vlootsamenstelling.
  • Een andere kansrijke onderzoeksrichting is de rol van de binnenvaart in het transporteren van nieuwe energiedragers (zoals ammoniak). Het onderzoek richt zich tot dusver vooral op de rol van binnenvaart als vragende partij naar nieuwe energiedragers, of op de import van energiedragers in de haven. Bij het vervoer van deze stoffen ontstaat er zowel een kans als een uitdaging voor de binnenvaart. Voor deze vraag organiseert SmartPort een rondetafelgesprek met potentiële partners.
De kracht van TRANS2 was de ruimte voor onderzoek zonder een strak omschreven taakstelling. Daardoor ontwikkelden we nieuwe oplossingen en verkenden we nieuwe paden. De zaadjes zijn geplant voor oplossingen waar de betreffende partijen zelf aan door willen werken. Juist deze vrije ruimte bood de binnenvaart kansen en inspiratie. De manier waarop het project door Deltares is ingestoken, maakte een creatieve samenwerking mogelijk tussen kennisinstellingen, onderzoeksbureaus, overheden, ondernemers en branchevertegenwoordigers. Dit is een werkwijze die navolging verdient.

Geert Snoeij, beleidsadviseur nautische techniek, water en infrastructuur en Cornelis van Dorsser, wetenschappelijk beleidsadviseur bij Koninklijke Binnenvaart Nederland

Een klimaatrobuuste binnenvaart vraagt inzet van alle partijen in de keten. De samenwerking in TRANS2 heeft laten zien hoe we daar met elkaar invulling aan kunnen geven.

Johan Gille, programmamanager scheepvaart, Havenbedrijf Rotterdam

Consortiumpartners

Het TRANS2-project bestaat uit de volgende consortiumpartners: Deltares (coördinator en penvoerder), Copernicos, MARIN, TU Delft, Rotterdam School of Management/ Erasmus Universiteit Rotterdam, Coöperatie NPRC, Danser Group, Koninklijke Binnenvaart Nederland, SmartPort, EICB, Havenbedrijf Rotterdam, Havenbedrijf Amsterdam, Witteveen + Bos, Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Deze pagina delen.